-
Samenvatting
In Heijnen/Maersk volhardt de Hoge Raad in zijn oordeel dat het Nederlandse recht met betrekking tot de verjaring van een vordering tot schadevergoeding op grond van de blootstelling aan asbest niet in strijd is met het recht op toegang tot de rechter van artikel 6 lid 1 EVRM. Het arrest verduidelijkt daarnaast de afweging van de gezichtspunten van Van Hese/Koninklijke Schelde. Het sluit aan bij de conclusies in de bestaande jurisprudentie en literatuur. Deze verduidelijking ondersteunt het oordeel dat het systeem van Van Hese/Koninklijke Schelde niet in strijd is met artikel 6 lid 1 EVRM.
Inhoud
- 1. Inleiding
- 2. De jurisprudentie van de Hoge Raad Zie over de periode voor Van Hese/Koninklijke Schelde ook M.R. Hebly, Geen beweging in het verjaringsregime voor mesothelioomclaims, NTBR 2017/32 Geen beweging in het verjaringsregime voor mesothelioomclaims NTBR 2017 32 M.R. Heblij , afl. 7, p. 221-222.
- 3. Het recht op toegang tot de rechter
- 4. De afweging van de gezichtspunten
- 5. Het voorstel van Hartlief
- 6. Conclusie
- ↑ Naar boven
Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade |
|
Article | De verjaring van een vordering tot schadevergoeding op grond van de blootstelling aan asbest na Heijnen/Maersk |
Trefwoorden | asbest, verjaring, artikel 6 EVRM, redelijkheid en billijkheid, toegang tot de rechter |
Auteurs | Mr. P.T.J. Wolters |
DOI | 10.5553/TVP/138820662017020003002 |
Auteursinformatie |