-
Samenvatting
Met vergoeding van integriteitsschade wordt een vergoeding van immateriële schade toegekend wegens een inbreuk op het zelfbeschikkingsrecht. Hiermee verschuift het juridische obstakel van de causaliteit naar het schadebegrip. De vraag is of deze ‘schadepost’ daadwerkelijk juridisch relevante ‘schade’ is. De wetgever heeft zich hierover niet uitgelaten en de Hoge Raad heeft zich op dit punt nog niet uitgesproken. De wijze waarop het EHRM omgaat met het zelfbeschikkingsrecht kan inspiratie bieden voor de invulling van het Nederlandse concept ‘integriteitsschade’. In deze bijdrage wordt daarom niet alleen stilgestaan bij de discussie in Nederland over de invulling van dit concept, maar wordt ook een vergelijking gemaakt met rechtspraak van het EHRM over de schending van het recht op informatie in medische aansprakelijkheidszaken. De vraag is met name hoe de begrenzing van deze schadepost eruit zou moeten zien.
Inhoud
- 1. Inleiding: introductie van het probleem
- 2. Het doel van de informatieplicht: uitoefening van het zelfbeschikkingsrecht
- 3. Causaliteitsproblemen
- 4. Vergoeding van integriteitsschade
- 5. het EHRM en schadevergoeding bij schending van de informatieplicht
- 6. de Nederlandse jurisprudentie afgezet tegen het EHRM: conclusie en afsluitende opmerkingen
- ↑ Naar boven
Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade |
|
Article | Vergoeding van integriteitsschade mede bezien vanuit een mensenrechtelijk perspectief |
Trefwoorden | integriteitsschade, immateriële schade, schadevergoeding, informatieplicht, zelfbeschikkingsrecht |
Auteurs | A.M. Overheul |
DOI | 10.5553/TVP/138820662016019001001 |
Auteursinformatie |