-
Samenvatting
In zijn arrest van 20 september 2012 in de zaak DEI heeft het Gerecht opnieuw bevestigd dat het toekennen of in stand houden van exclusieve rechten op zichzelf genomen geen strijd oplevert met het Unierecht. Uit het arrest blijkt dat dat niet anders wordt door het enkele feit dat het exclusieve recht een ongelijke positie creƫert tussen de onderneming met het exclusieve recht en andere marktpartijen.
Centraal in deze procedure staat de uitleg van artikel 106 lid 1 jo. artikel 102 VWEU. Op grond van het eerste lid van artikel 106 nemen of handhaven lidstaten met betrekking tot de openbare bedrijven en de ondernemingen waaraan zij bijzondere of uitsluitende rechten verlenen, geen enkele maatregel die in strijd is met regels van het Verdrag, met name die bedoeld in de artikelen 18 en 101 tot en met 109. In de onderhavige situatie gaat het daarbij om artikel 102 VWEU, op grond waarvan het een onderneming met een machtspositie verboden is van zijn machtspositie gebruik te maken.
Nederlands tijdschrift voor Europees recht |
|
Artikel | Gerecht straft in DEI Commissie terecht af voor onzorgvuldige lezing bestaande jurisprudentieVerbod op toekenning en instandhouding exclusieve rechten vereist identificatie misbruik |
Trefwoorden | misbruik, machtspositie, exclusieve rechten, energiesector, monopolie |
Auteurs | Mr. B.J.H. Braeken |
Auteursinformatie |