-
Samenvatting
In deze bijdrage wordt een praktijkperspectief gegeven op de beoordeling van de effectiviteit van toezichthouders. Uit evaluaties van markttoezichthouders en rijksinspecties is naar voren gekomen dat het bepalen van de effectiviteit van een toezichthouder niet stopt bij het ‘tellen en turven’ van de input, throughput, output en outcome en het vervolgens leggen van causale verbanden daartussen. Immers, die verbanden zijn niet eenduidig en de evaluator die dat impliceert, doet onvoldoende recht aan de complexiteit van de werkelijkheid. Het gaat erom of een toezichthouder intelligente afwegingen maakt ten aanzien van een aantal lastige vraagstukken rond effectiviteit en deze kan expliciteren. In deze bijdrage wordt aangegeven wat die lastige vraagstukken zijn en wat vervolgens de vijf belangrijke invalshoeken zijn om te beoordelen of de desbetreffende toezichthouder daar doeltreffend en doelmatig mee omgaat.
Tijdschrift voor Toezicht |
|
Diversen | Beoordeling effectiviteit ‘Nieuwe Stijl’Een praktijkperspectief op het beoordelen van de effectiviteit van een toezichthouder |
Trefwoorden | toezichthouder, effectiviteit, toezicht, beoordeling |
Auteurs | Ir. B.P.A. van Mil, Ir. A.E. Dijkzeul en Ir. M. Noordink |
Auteursinformatie |