-
Samenvatting
In de zaak Regione Sardegna krijgt de grote kamer van het Hof van Justitie EU een precaire keuze voor convergentie voor de kiezen. Te weten de keuze tussen enerzijds het beperkte discriminatieverbod dat geldt bij belastingen (op goederen) en anderzijds het ruime beperkingsverbod dat geldt bij diensten. In casu wordt namelijk door Sardinië een ecotaks geheven over bepaalde diensten, waarbij een onderscheid wordt gemaakt naargelang de fiscale woonplaats van de dienstverrichter. Het Hof concludeert nu dat – alhoewel de ecotaks geldt zonder onderscheid – hierdoor de dienstverrichting door niet-ingezetenen duurder wordt dan door wel ingezetenen. Met andere woorden, deze extra kosten maken het verrichten van grensoverschrijdende diensten minder aantrekkelijk. Het gevolg van deze convergentiekeuze is dat vanaf nu bij belastingen over diensten het verbod eerder zal zijn geschonden dan bij belastingen op goederen. Mijns inziens heeft dit te gelden bij zowel directe als indirecte belastingen over diensten.
Inhoud
- Plan van aanpak
- Feiten
- Toepasselijkheid van het vrije dienstenverkeer
- Systematiek van het Verdrag: schending van de verboden
- Keuze voor convergentie
- Vormt de regionale ecotaks een obstakel voor het vrije dienstenverkeer?
- Convergentie binnen het vrije dienstenverkeer
- Rechtvaardiging van de ecotaks
- Consequenties
- ↑ Naar boven
Nederlands tijdschrift voor Europees recht |
|
Jurisprudentie | Sardische ecotaks vormt een obstakel voor het vrije dienstenverkeer |
Trefwoorden | (in)directe belastingen, discriminatieverbod, beperkingsverbod, (dis)convergentie |
Auteurs | Mr. M.F.G. Wools |
Auteursinformatie |