-
Samenvatting
In de Villa Mundo-uitspraak van 23 november 2012 besliste de Hoge Raad dat iemand die bestuurder is van een rechtspersoon op grond van art. 6:162 BW aansprakelijk kan zijn tegenover een buitenstaander wanneer geen sprake is van een ernstig verwijt. Deze uitspraak leek in contrast te staan met de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, dat bestuurdersaansprakelijkheid pas intreedt als sprake is van een ernstig verwijt. De Villa Mundo-uitspraak is (dan ook) kritisch ontvangen. De Hoge Raad is in twee uitspraken van 5 september 2014, Tulip Air en Van Rossem Groep en MCD Groep, nogmaals op deze kwestie ingegaan. Uit deze uitspraken blijkt dat de Hoge Raad de weg van een al te gemakkelijk beroep op de Villa Mundo-norm heeft afgesloten. Maar ook na deze uitspraken is nog niet volledig duidelijk wanneer een bestuurder van een rechtspersoon wordt beschermd door de rechtsregel dat hij pas aansprakelijk is als hem een ernstig verwijt kan worden gemaakt, en wanneer iemand die – bijvoorbeeld als bestuurder – is betrokken bij een rechtspersoon tegenover een buitenstaander aansprakelijk kan zijn, ook zonder dat hem een ernstig verwijt treft.
Inhoud
- 1 Inleiding
- 2 De vordering van Hezemans Air Inc. tegen Tulip Air Lease BV en tegen de bestuurder J.J. van der Meer persoonlijk tot betaling van $ 230.000
- 3 De vordering van RCI Financial Services BV tegen de (indirecte) bestuurder J.E. Kastrop persoonlijk tot betaling van ongeveer € 2.000.000
- 4 Synthese
- ↑ Naar boven
Onderneming en Financiering |
|
Case | De Hoge Raad en externe bestuurdersaansprakelijkheid: duidelijkheid over Villa Mundo?Over HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2628, JOR 2014/296 (Hezemans Air Inc. /J.J. van der Meer) en HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2627, JOR 2014/325 (RCI Financial Services BV/J.E. Kastrop) |
Trefwoorden | aansprakelijkheidsrecht, bestuurder, bestuurdersaansprakelijkheid |
Auteurs | C. de Groot |
DOI | 10.5553/OenF/157012472015023001003 |
Auteursinformatie |