In zijn arrest van 20 september 2022 gaf de Hoge Raad een nadere duiding aan het confrontatiegezichtspunt bij shockschade. De auteurs bespreken dit arrest en schetsen de ontwikkeling van de confrontatie-eis in het Taxibus-arrest tot het confrontatiegezichtspunt in dit arrest. Daarbij plaatsen zij een aantal kritische opmerkingen over de motivering van het oordeel van de Hoge Raad in dit arrest. Verder stellen zij aan de orde of de vraag of de confrontatie te vermijden was niet feitelijk een eigenschuldverweer is, dat beoordeeld moet worden aan de hand van artikel 6:101 BW. |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade |
Jurisprudentie |
S(c)hockschade 2.0: het confrontatiegezichtspuntHR 20 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1250 (Friese festival) |
Trefwoorden | schadebegroting, eigen schuld |
Auteurs | Mr. E.W. Bosch en Mr. A.J. Korff |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade |
Jurisprudentie |
Tussentijds hoger beroep in de deelgeschilprocedureHR 17 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1924 |
Trefwoorden | deelgeschilprocedure, hoger beroep, deelgeschil |
Auteurs | Mr. A.F. Collignon |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen over het instellen van hoger beroep tegen een tussenvonnis (art. 337 lid 2 Rv). De al bestaande mogelijkheden van tussentijds hoger beroep zijn daarbij nader op elkaar afgestemd, waarbij regie van de rechter en proceseconomie vooropstaan. De Hoge Raad heeft in het arrest een aantal regels geformuleerd. Dit betekent ook dat de Hoge Raad gedeeltelijk terugkomt op zijn eerdere arresten van 23 januari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AL7051 en 17 december 2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3168 en ECLI:NL:HR:2004:AR3170. |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade |
Opinie |
Verzekeraars verbreken relatie met frauderende belangenbehartigerRb. Den Haag (vzr.) 25 mei 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:5296 |
Trefwoorden | fraude, belangenbehartiger, samenwerking |
Auteurs | Mr. E.W. Bosch |
SamenvattingAuteursinformatie |
Twee verzekeraars constateerden, na een daartoe strekkend onderzoek, dat een belangenbehartiger, die een slachtoffer bijstond die in korte tijd tweemaal betrokken was bij een verkeersongeval, dezelfde schade bij ieder van hen had geclaimd. Hierop hebben de verzekeraars de samenwerking met de belangenbehartiger opgezegd. Voorts zijn zijn gegevens in het Extern Verwijzingsregister opgenomen. De belangenbehartiger kwam hiertegen op bij de Haagse voorzieningenrechter. De rechter stelde de verzekeraars echter in het gelijk. De getroffen maatregelen waren juist en proportioneel. Ook in een gelijktijdig gestart deelgeschil trok de frauderende belangenbehartiger aan het kortste eind. |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade |
Jurisprudentie |
Mag een advocaat (zijn cliënt laten) liegen?RvD ’s-Hertogenbosch 6 december 2021, ECLI:NL:TADRSHE:2021:204 |
Trefwoorden | tuchtrecht, fraude, personenschade |
Auteurs | Mr. P. Oskam |
SamenvattingAuteursinformatie |