In de literatuur wordt wel gepleit voor het opnemen van een groepsband als voorwaarde in een 403-verklaring. Ook in de praktijk blijkt dit te worden toegepast met het oog op een automatisch eindigende aansprakelijkheid bij het verbreken van de groepsband, meestal in het kader van een verkoop van de desbetreffende dochtervennootschap. In deze bijdrage wordt ingegaan op deze voorwaarde, waarbij de volgende twee vragen centraal staan: (1) komt de aansprakelijkheid van de moeder automatisch te vervallen na verbreking van de groepsband, en (2) kan de dochter gebruik maken van de concernvrijstelling als ten behoeve van haar een 403-verklaring is gedeponeerd die afhankelijk is gesteld van de groepsband tussen de moeder en de dochter? Na beantwoording van deze vragen wordt een alternatief voor het groepsbegrip als voorwaarde voor aansprakelijkheid besproken. De bijdrage wordt afgesloten met een korte samenvatting en conclusie. |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering |
Artikel |
De automatisch vervallende 403-verklaring |
Trefwoorden | art. 2:403 BW, 403-verklaring, concernvrijstelling, groepsmaatschappij, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. M.R.C. van Zoest |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering |
Artikel |
Pompen of verzuipen?Bestuurder in de gevarenzone: ken uw getallen |
Trefwoorden | insolventie, reorganisatie, bestuur, onbehoorlijke taakvervulling |
Auteurs | Mw. mr. A.P.G. Gielen en Mr. C. Bijl |
SamenvattingAuteursinformatie |
‘Pompen of verzuipen? Bestuurder in de gevarenzone: ken uw getallen’ is een bewerking van een paper van de auteurs geschreven ten behoeve van de Insolad-cursus ‘Financiële economie voor curatoren’. Onderzocht is of bedrijfseconomische indicatoren handvatten kunnen bieden voor het te voeren beleid van noodlijdende ondernemingen. De auteurs concluderen dat bestuurders zich onvoldoende bewust zijn van het nut van het besturen van de onderneming aan de hand van actuele managementinformatie, die hen in staat kan stellen feitelijke insolventie te voorkomen en tijdig te reorganiseren. Bepleit wordt een wettelijk systeem waarbij de bestuurder door periodieke registraties wordt gedwongen elementaire managementinformatie beschikbaar te hebben, bij gebreke waarvan bij faillissement een wettelijk vermoeden van onbehoorlijke taakvervulling ontstaat. |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering |
Artikel |
Het gewijzigde depositogarantiestelsel |
Trefwoorden | depositogarantiestelsel, depositohouders, Europese Commissie, fondsenstelsel, richtlijn depositogarantiestelsel, stichting depositogarantiefonds |
Auteurs | Mr. J.M. van Poelgeest |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het depositogarantiestelsel zal aanzienlijk worden gewijzigd. Als er onder het huidige depositogarantiestelsel een beroep wordt gedaan op het depositogarantiestelsel, moeten de banken een bijdrage doen, waarmee de depositohouders van de in financiële problemen verkerende bank kunnen worden voldaan. Op basis van de beoogde wijzigingen zullen de banken die onder het depositogarantiestelsel vallen, vanaf juli 2012 vooraf periodieke bijdragen moeten doen voor het depositogarantiestelsel. Ook op Europees niveau zijn er wijzigingen voorgesteld. De Europese Commissie heeft voorgesteld dat alle depositogarantiestelsels vooraf moeten worden gefinancierd. Een andere voorgestelde wijziging is dat de deposito’s die onder de verschillende depositogarantiestelsels vallen, worden geharmoniseerd. Tevens is beoogd dat de uitbetalingstermijn aan de depositohouders verder wordt verkort. In deze bijdrage worden zowel de voorgestelde wijzigingen op nationaal niveau als op Europees niveau besproken. |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering |
Casus |
Certificering in Wetsvoorstel Flex-BV – gevolgen voor de praktijk |
Trefwoorden | Wetsvoorstel Flex-BV, certificaathouders, vergaderrecht, bewilligde certificaten, niet-bewilligde certificaten |
Auteurs | Mw. mr. S.C. van Gendt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Wetsvoorstel Flex-BV is het onderscheid tussen bewilligde en niet-bewilligde certificaten afgeschaft. Het wetsvoorstel bevat voorts enkele bepalingen die het doel hebben duidelijkheid te scheppen ten aanzien van het bestaan van vergadergerechtigdheid van certificaathouders. In deze bijdrage worden enkele aspecten besproken die in de praktijk van belang kunnen zijn ten aanzien van de registratie van reeds uitgegeven certificaten en het vergaderrecht van de certificaathouder onder het wetsvoorstel. Allereerst wordt ingegaan op het juridische verschijnsel ‘certificering van aandelen’ in het algemeen, het verschil tussen bewilligde en niet-bewilligde certificaten en de rechten die worden toegekend aan de houders van bewilligde certificaten. Vervolgens bespreekt de auteur de afschaffing van het onderscheid tussen bewilligde en niet-bewilligde certificaten en de mogelijkheid die in het wetsvoorstel wordt gecreëerd om bij de statuten vergaderrechten te verbinden aan certificaten. Ten slotte komt de vraag aan de orde wat de praktische implicaties zijn van de invoering van het Wetsvoorstel Flex-BV voor de bestaande houders van bewilligde certificaten. |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering |
Casus |
Schikken in zwaar weer |
Trefwoorden | actio pauliana, Air Holland, vaststellingsovereenkomst, faillissement, Beklamel |
Auteurs | Mw. mr. dr. N.W.M. van den Heuvel en Mw. mr. E.A.M. Meeuse |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage is geschreven naar aanleiding van een recent arrest van de Hoge Raad (Ingwersen q.q./Vliegers Air Holland) over de actio pauliana met betrekking tot vaststellingsovereenkomsten. Air Holland had voorafgaand aan haar faillissement met haar piloten een vaststellingsovereenkomst gesloten teneinde een einde te maken aan een geschil over achterstallige betalingen van salaris en andere beloningscomponenten. De curatoren die zijn belast met de afwikkeling van het faillissement van Air Holland hebben, naar het zich nu laat aanzien succesvol, gepoogd deze vaststellingsovereenkomst met een beroep op de actio pauliana aan te tasten. In deze bijdrage beschrijven de auteurs de wettelijke bepalingen uit de Faillissementswet en de jurisprudentie die in het kader van het onderwerp van de bijdrage – schikken in zwaar weer – van belang zijn. Vervolgens bespreken zij het Air Holland-arrest en gaan zij in op een mogelijk alternatief op de gekozen constructie in de Air Holland-cases om een derde partij de betaling aan de piloten te laten doen. Tot slot worden nog enkele woorden gewijd aan het risico op bestuurdersaansprakelijkheid in verband met betalingstoezeggingen voorafgaand aan een faillissement. |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering |
Artikel |
Mogelijkheden van bewijsvergaring; recente ontwikkelingen |
Trefwoorden | art. 21 Rv, art. 22 Rv, art. 162 Rv, art. 843a Rv, art. 3:15j BW |
Auteurs | Mr. G.J.R. Kalsbeek en Mr. P.N. Malanczuk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering |
Artikel |
Loyaliteitsdividend bij beursvennootschappen; gerechtvaardigd? |
Trefwoorden | loyaliteitsdividend, Corporate Governance, loyaliteitsregeling, DSM-beschikking, loyaliteitsdividendregeling |
Auteurs | Mr. S.F. de Beurs |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering |
Artikel |
Corporate governance op de grens van een nieuw decenniumVerhoudingen tussen bestuur, commissarissen en aandeelhouders van de beursvennootschap |
Trefwoorden | corporate governance, wetsvoorstel corporate governance, rapport commissie-De Wit, ASMI-beschikking, Corporate Governance Code, Code 2009, Code Banken |
Auteurs | Mr. J.J. Prinsen |
SamenvattingAuteursinformatie |