De uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak Airbnb Ireland geeft aanleiding tot een herbezinning op de Richtlijn elektronische handel. Deze richtlijn uit 2000 lijkt onvoldoende toegerust om het hoofd te bieden aan de complexe problemen die ontstaan door de groeiende aanwezigheid van grote online platformen op Europese consumentenmarkten. Deze noot bespreekt de kwalificatie van platformdiensten als ‘dienst van de informatiemaatschappij’ en de daaraan gekoppelde regels voor aansprakelijkheid en mogelijke beperkingen van het vrij verkeer van diensten door nationale regelgeving. |
Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht |
Digitale markten |
De Richtlijn elektronische handel en de platformeconomieNoot bij HvJ 19 december 2019, zaak C-390/18, ECLI:EU:C:2019:1112 (Airbnb Ireland) |
Trefwoorden | online platformen, vrij verkeer van diensten, aansprakelijkheid, Digital Single Market |
Auteurs | Prof. dr. V. Mak |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht |
Externe betrekkingen |
Oude wijn in nieuwe zakken: over de oorsprongsmarkering van levensmiddelen uit de door Israël bezette gebieden |
Trefwoorden | herkomstaanduiding, oorsprongsmarkering, oorsprongsregels, door Israël bezette gebieden, Verordening (EU) nr. 1169/2011 |
Auteurs | Mr. K.P. Olsthoorn |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de onderhavige prejudiciële zaak is het Hof van Justitie voor het eerst verzocht om een uitspraak over de uitlegging van de bepalingen van Verordening (EU) nr. 1169/2011 over de vermelding van het ‘land van oorsprong’ en de ‘plaats van herkomst’ met betrekking tot levensmiddelen die uit de door Israël sinds 1967 bezette gebieden afkomstig zijn. In het op 12 november 2019 gewezen arrest in de de zaak Organisation juive européenne en Vignoble Psagot heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat uit deze verordening volgt dat op levensmiddelen die afkomstig zijn uit een door Israël bezet gebied, niet alleen dit gebied maar tevens, wanneer die levensmiddelen afkomstig zijn uit een plaats die of een geheel van plaatsen dat een Israëlische nederzetting binnen dat gebied vormt, deze herkomst moet worden vermeld. In deze bijdrage worden de achtergronden en gevolgen van deze uitspraak nader toegelicht. |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht |
Mededinging |
Jurisdictie bij schade als gevolg van een inbreuk op het Europees mededingingsrecht |
Trefwoorden | mededingingsrecht, Rechtsmacht, Kartelschade, Handlungsort, Erfolgsort |
Auteurs | Mr. drs. T.S. Hoyer en Mr. J.W. Fanoy |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht |
Mededinging |
Concentratietoezicht en industriebeleid: tussen protectionisme en mededingingstoezicht |
Trefwoorden | mededinging, concentratiecontrole, Industriebeleid, Protectionisme, hervormingsvoorstellen |
Auteurs | Mr. Y. de Vries en Mr. E.M.R.H. Vancraybex |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht |
Milieu |
Finse wolvenjacht: deur op een kier voor ‘ecodictie’ in het Europese natuurbeschermingsrecht? |
Trefwoorden | Habitatrichtlijn, natuurbescherming, wolven, jacht, gunstige staat van instandhouding |
Auteurs | Mr. dr. F.M. Fleurke en Mr. dr. A. Trouwborst |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een arrest over het Finse vergunningsbeleid voor de jacht op wolven geeft het Hof van Justitie uitleg over de betekenis en reikwijdte van een aantal omstreden bepalingen van de Habitatrichtlijn. De twee belangrijkste vragen betreffen (a) of het toegestaan is om vergunning voor jacht te verlenen om meer acceptatie voor grote roofdieren te bewerkstelligen bij de lokale bevolking en (b) op welk bestuursniveau (lokaal, nationaal, biografisch, grensoverschrijdend) de zogenoemde eis van ‘gunstige staat van instandhouding’ voor beschermde soorten moet worden bereikt. Daarnaast benadrukt het Hof van Justitie net als in andere recente arresten het belang van wetenschappelijk bewijs en de prominente rol van het voorzorgbeginsel. Met de vestiging van het eerste Nederlandse wolvenroedel in eeuwen kan de eerste vraag ook zeker relevant geworden voor Nederland. Het antwoord op de tweede vraag is voor Nederland – met zijn gefragmenteerde grondgebied en vele kleine populaties beschermde soorten – zelfs van fundamenteel belang. Het Hof van Justitie geeft meer duidelijkheid maar laat tegelijkertijd nog wel vragen open. |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht |
Vrij verkeer |
Grondrechtenbescherming in het Nederlandse en Europese auteursrecht na Spiegel Online, Funke Medien en Pelham |
Trefwoorden | auteursrecht, grondrechten, Auteursrechtrichtlijn, excepties, informatievrijheid |
Auteurs | T. Snijders en S. van Deursen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze uitspraken spreekt het Hof van Justitie zich uit over de mogelijkheid van excepties op de exclusieve rechten van auteurs buiten de uitputtende lijst met excepties die is opgenomen in de Auteursrechtrichtlijn. Ook laat het Hof van Justitie zich opnieuw uit over de rol van grondrechten bij de interpretatie van de bestaande excepties. Deze uitspraken worden in breder perspectief geplaatst door daarnaast de benadering van het EHRM te bespreken. Tot slot worden de implicaties van deze dynamische Europese rechtsorde voor de Nederlandse praktijk besproken. |