Nederlands tijdschrift voor Europees recht

Article

De PEPP-verordening. Pensioenfondsen: Quo vadis?

Trefwoorden PEPP-verordening, pensioeninstellingen, verplichtstelling, meeneembaarheid van pensioenen, Europees pensioenrecht
Auteurs Prof. dr. H. van Meerten en A.K.R. Wouters LLM
DOI
Auteursinformatie

Prof. dr. H. van Meerten
Prof. dr. H. (Hans) van Meerten is hoogleraar Europees Pensioenrecht aan de Universiteit Utrecht.

A.K.R. Wouters LLM
A.K.R. (An) Wouters LLM is Fellow aan de Universiteit Utrecht.
  • Samenvatting

      Het voorstel van 29 juni 2017 betreffende een Verordening van het Europees Parlement en de Raad voor een Pan-Europees Persoonlijk Pensioenproduct (hierna: PEPP) werd in Nederland met argusogen ontvangen. Met dit voorstel wilde de Europese Commissie een impuls geven om de fragmentatie van nationale markten op het gebied van persoonlijke pensioenen aan te pakken. Via het PEPP wil de EU-wetgever een vrijwillig, aanvullend, eenvoudig en kostenbesparend pensioenproduct in het leven roepen dat grotendeels op EU-niveau wordt gereguleerd. Vanwege de meeneembaarheid voor consumenten is PEPP een welkome aanvulling voor de pensioenen van EU-burgers. Nederland echter heeft te allen tijde kritisch tegenover de komst van een PEPP gestaan vanwege onder andere een vermeende inbreuk op de ‘verplichtstelling’ en de rol voor de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA). In dit artikel wordt het PEPP besproken: wat is de meerwaarde van het PEPP? Is de vrees van Nederland wel terecht?
      Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake een pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP).

Om de rest van dit artikel te lezen moet u inloggen



Heeft u een registratiecode ontvangen maar nog geen toegang? Activeer dan hier uw code.

Weet u uw wachtwoord niet meer? Nieuw wachtwoord aanvragen.