Nter_1382-4120_2023_029_003_totaal_original1024_1_large
Rss

Nederlands tijdschrift voor Europees recht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 1-2, 2019 Alle samenvattingen uitklappen
Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Rechtsbescherming

De ‘space to think’ in de Eurowob na De Capitani en ClientEarth

Trefwoorden Eurowob, toegang tot documenten, transparantie, ‘space to think’, besluitvorming EU
Auteurs Y.C. Bijl LLM
SamenvattingAuteursinformatie

    In deze bijdrage worden twee recente uitspraken besproken waarin de EU-rechter zich heeft uitgelaten over de vraag of in het kader van de Eurowob een beroep op een ‘space to think’ kan volstaan om een document niet te openbaren. Het concept van de ‘space to think’ zweeft al enige tijd rond in de rechtspraak inzake de Eurowob maar de precieze contouren van het concept en wanneer er een geslaagd beroep op kan worden gedaan zijn niet duidelijk. Deze bijdrage beoogt meer helderheid daarin te brengen.


Y.C. Bijl LLM
Y.C. (Yannick) Bijl LLM is jurist bij de afdeling Europees Recht van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Rechtsbescherming

Access_open PPU, PPA en behandeling met voorrang. Drie mechanismen voor een snellere behandeling van prejudiciële verwijzingen

Trefwoorden Hof van Justitie, prejudiciële verwijzing, PPU, PPA, behandeling met voorrang
Auteurs Mr. J.R.K.A.M. Waasdorp
SamenvattingAuteursinformatie

    Het Hof van Justitie behandelt een prejudiciële verwijzing in beginsel volgens de standaardprocedure. Als de zaak noopt tot een snellere afdoening, dan kan echter van deze procedure worden afgeweken. Zo kan de president van het Hof van Justitie op verzoek van de nationale rechter of ambtshalve beslissen de spoed- of de versnelde procedure toe te passen of een prejudiciële verwijzing met voorrang te behandelen. Dit artikel biedt een overzicht van deze afwijkingen van de standaardprocedure.


Mr. J.R.K.A.M. Waasdorp
Mr. J.R.K.A.M. (Jim) Waasdorp is werkzaam als jurist bij de Onderzoeksdirectie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en is daarnaast buitenpromovendus bij de Universiteit Utrecht.
Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Staatssteun

De Saneringsclausule

Is een uitzondering op een uitzondering op een fiscaal stelsel algemeen of selectief in de zin van artikel 107 VWEU?

Trefwoorden staatssteun, selectiviteit, insolventie, fiscaal recht, ontvankelijkheid
Auteurs Mr. D. Ninck Blok en Mr. G. van der Wal
SamenvattingAuteursinformatie

    Het op 28 juni 2018 door het Hof van Justitie gewezen arrest in zaak C-203/16 P, Dirk Andres q.q./Commissie is met name interessant vanwege de overwegingen en beslissingen van het Hof van Justitie over de ontvankelijkheid van het door de faillissementscurator ingestelde beroep en over het selectiviteitscriterium voor de toepassing van het verbod op staatssteun. De navolgende bespreking van dit arrest zal met name op deze twee punten ingaan.
    HvJ 28 juni 2018, zaak C-203/16 P, Dirk Andres q.q./Europese Commissie, ECLI:EU:C:2018:505.


Mr. D. Ninck Blok
Mr. D. (Doortje) Ninck Blok is werkzaam als advocaat Europees en mededingingsrecht bij Windt Le Grand Leeuwenburgh te Rotterdam.

Mr. G. van der Wal
Mr. G. (Gerard) van der Wal is werkzaam als advocaat Europees en mededingingsrecht bij Windt Le Grand Leeuwenburgh te Rotterdam.
Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Staatssteun

Naar een nieuwe selectiviteitstoets in het staatssteunrecht

Trefwoorden Staatssteun, Selectiviteit, Artikel 107 lid 1 VWEU, Effects based approach, Referentieregeling
Auteurs Mr. dr. A.D.L. Knook
SamenvattingAuteursinformatie

    Op grond van artikel 10 lid 1 VWEU is slechts sprake van staatssteun indien bepaalde ondernemingen of bepaalde producties worden begunstigd. In de praktijk wordt al snel aangenomen dat aan dit selectiviteitscriterium wordt voldaan. Uit twee ontwikkelingen sinds eind 2016 in de jurisprudentie over dit criterium volgt echter dat deze aanname relativering behoeft. In dit artikel wordt stilgestaan bij de vraag welke gevolgen deze twee ontwikkelingen in de praktijk (kunnen) hebben.

    • HvJ 14 januari 2015, zaak C-518/13, Eventech, ECLI:EU:C:2015:9.

    • HvJ 21 december 2016, zaak C-524/14 P, Lübeck, ECLI:EU:C:2016:971.

    • HvJ 20 december 2017, zaak C-70/16 P, Comunidad Autónoma de Galicia en Retegal/Commissie, ECLI:EU:C:2017:1002.


Mr. dr. A.D.L. Knook
Mr. dr. A.D.L. (Allard) Knook is Partner Staatssteun/EU bij PwC.
Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Strafrecht

Access_open Brexit en strafrechtelijke samenwerking: de gevolgen van het perspectief van vertrek uit de Unie voor de tenuitvoerlegging van een EAB

Trefwoorden Brexit, strafrechtelijke samenwerking, wederzijds vertrouwen en wederzijdse erkenning, grondrechtenbescherming, Kaderbesluit EAB
Auteurs Mr. dr. M.K. Bulterman
SamenvattingAuteursinformatie

    Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk kennisgegeven op grond van artikel 50 lid 2 VEU van het voornemen tot terugtrekking uit de Europese Unie. Welke gevolgen heeft deze kennisgeving voor de beoordeling van een door de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk uitgevaardigd Europees Aanhoudingsbevel op grond van Kaderbesluit 2002/584 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten? Op deze vraag geeft het Hof van Justitie een antwoord in het arrest RO van 19 september 2018, dat centraal staat in deze bijdrage.
    HvJ 19 september 2018, zaak C-327/18 PPU, RO, ECLI:EU:C:2018:733


Mr. dr. M.K. Bulterman
Mr. dr. M.K. (Mielle) Bulterman is hoofd van de afdeling Europees recht, Directie Juridische Zaken, van het ministerie van Buitenlandse zaken.
Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Telecommunicatie

Een nieuw telecomkader: het Europees wetboek voor elektronische communicatie

Trefwoorden Elektronische communicatie, Telecommunicatie, Radiospectrum, Ex ante regulering, 5G, ACM, Internationaal bellen
Auteurs Prof. mr. G.P. van Duijvenvoorde en Mr. P.C. Knol
SamenvattingAuteursinformatie

    Op 17 december 2018 verscheen de nieuwe Richtlijn tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie in het Publicatieblad. Op diezelfde dag werd ook de nieuwe Berec-verordening gepubliceerd, die ook op 20 december 2018 in werking trad en rechtstreeks toepasselijk is, dus geen omzetting behoeft in de nationale rechtsorde. Veel is vertrouwd en is alleen in een ander jasje gestoken, maar daarnaast zijn er veel detailaanpassingen waarvan het afwachten is wat die gaan betekenen. Hoe dan ook zal dit nieuwe Europese telecomkader tot aanpassingen in de Nederlandse Telecommunicatiewet leiden. In deze bijdrage wordt ingegaan op de totstandkomingsgeschiedenis van het Europees wetboek en de belangrijkste inhoudelijke wijzigingen voor de praktijk. Ingegaan wordt op de connectiviteitsdoelstelling en het realiseren van zeer snelle vaste en mobiele netwerken, marktregulering, toegangsverplichtingen, universele diensten, eindgebruikersbescherming, nieuwe tariefregulering voor internationaal bellen en het institutioneel kader.
    Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie, PbEU 2018, L 321/36 (hierna: de richtlijn).


Prof. mr. G.P. van Duijvenvoorde
Prof. mr. G.P. (Gera) van Duijvenvoorde is als bijzonder hoogleraar Telecommunicatierecht verbonden aan eLaw van de Universiteit Leiden en is advocaat-in-dienstbetrekking bij KPN.

Mr. P.C. Knol
Mr. P.C. (Paul) Knol is bedrijfsjurist bij KPN en gastdocent bij eLaw.
Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Vrij verkeer

De definitieve nieuwe Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten: een eerste analyse

Trefwoorden Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten, mediaregulering,, video sharing platforms, mediadiensten op aanvraag, uitingsvrijheid
Auteurs Mr. E.W. Jurjens
SamenvattingAuteursinformatie
Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Vrij verkeer

Een overwinning voor vrijverkeersrechten van regenboogfamilies in Europa: het langverwachte Coman-arrest

Trefwoorden vrij verkeer van Unieburgers, artikel 21 VWEU, koppels van hetzelfde geslacht, Burgerschapsrichtlijn 2004/38/EG, recht op familieleven (art. 7 Handvest)
Auteurs H.H.C. Kroeze LL.M. en B. Safradin LL.M.
SamenvattingAuteursinformatie

    In Coman heeft het Hof van Justitie voor het eerst uitspraak gedaan over het recht op gezinshereniging van een EU-burger met zijn partner van hetzelfde geslacht op basis van de Burgerschapsrichtlijn (Richtlijn 2004/38/EG). De vraag van de verwijzende Roemeense rechter heeft betrekking op de kwestie of een derdelander die gehuwd is met een EU-burger van hetzelfde geslacht als ‘echtgenoot’ van een Unieburger in de zin van het EU-recht aangemerkt kan en moet worden. Het Hof van Justitie beantwoordt die vraag bevestigend. Het arrest Coman is een overwinning voor de LHBTI-gemeenschap, omdat het Hof van Justitie met dit arrest lidstaten verplicht de burgerlijke staat van getrouwde homoseksuele koppels te erkennen voor wat betreft de uitoefening van de vrijverkeersrechten. Deze annotatie bespreekt zowel de implicaties als de beperkingen van het arrest. Het is bijvoorbeeld nog onduidelijk hoe ver de gelijke behandeling van koppels van hetzelfde geslacht strekt en of zij via het EU-recht ook toegang kunnen krijgen tot andere rechten die aan het huwelijk gekoppeld zijn, zoals socialezekerheidsrechten. Daarnaast legt het arrest de kwestie van omgekeerde discriminatie opnieuw bloot.
    HvJ 5 juni 2018, zaak C-676/16, Relu Adrian Coman e.a./Inspectoratul General pentru Imigrari, Ministerul Afacerilor Interne, ECLI:EU:C:2018:385.


H.H.C. Kroeze LL.M.
H.H.C. (Hester) Kroeze LL.M. is promovenda in het Europees recht aan de Universiteit van Gent.

B. Safradin LL.M.
B. (Barbara) Safradin LL.M. is junior onderzoeker verbonden aan het ETHOS-project en docente Europees recht aan de Universiteit van Utrecht.