Caribisch Juristenblad

Artikel

Vrijheid van discriminerende uitingen?

De zaak Wilders

Trefwoorden Autonomie, uitingsvrijheid, discriminatieverbod, schadebeginsel, aanstoot
Auteurs Prof. dr. C.W. Maris
Auteursinformatie

Prof. dr. C.W. Maris
Prof. dr. C.W. Maris is hoogleraar rechtsfilosofie aan de Universiteit van Amsterdam.
  • Samenvatting

      In Vrijheid van discriminerende uitingen? De zaak Wilders bespreekt C.W. Maris het lopende strafproces tegen de Nederlandse politicus Geert Wilders vanuit het rechtsfilosofische schadebeginsel. Wilders is beschuldigd van beledigen en aanzetten tot discriminatie van moslims. Wilders zelf beroept zich op uitingsvrijheid. Volgens de auteur is Wilders’ beeld van de islam bezijden de waarheid. Niettemin verleent het schadebeginsel in dit geval voorrang aan de vrijheid van meningsuiting boven het recht om niet te worden gediscrimineerd. Aanstoot of belediging is onvoldoende reden voor een strafrechtelijk verbod. Voor zover er schade dreigt, kan die beter worden beperkt door tegenargumenten dan door een verbod.

Om de rest van dit artikel te lezen moet u inloggen



Heeft u een registratiecode ontvangen maar nog geen toegang? Activeer dan hier uw code.

Weet u uw wachtwoord niet meer? Nieuw wachtwoord aanvragen.